Gelijkwaardigheid van LHBTiQ+ is geen vanzelfsprekendheid onder jongeren. Peer education schept openheid en veiligheid om meningen uit te wisselen over dit onderwerp in overeenstemming met burgerschapsonderwijs. Jongeren voelen zich in peer to peer voorlichting vrij om zich te uiten, en om interesse en betrokkenheid te tonen zoals in gewone dagelijkse gesprekken.
Om het gesprek in de klas te stimuleren en uitnodigend te laten zijn, gebruiken peer educators drie soorten interacties:
– Interactie vaardigheden als ‘docent’/ voorlichter
– Scheppen van een veilige plek voor leren
– Aanmoedigen tot verandering van houding
In de klas met de groep leerlingen waar elke leerling eigen behoeften heeft, zijn heel veel kleine interacties, gesprekjes, uitleg geven, stellen van regels, persoonlijke verhalen vertellen, complimenten geven van grote invloed.
Interviews en observaties van lessen laten zien dat de Do’s zijn:
Voor vaardigheden als docent/ voorlichter,
Voor het scheppen van een veilige plek voor leren, zijn de Do’s:
Om leerlingen aan te moedigen een positieve houding aan te nemen, zijn de Do’s:
Om in een ontspannen sfeer een inhoudelijk interessant gesprek te kunnen voeren, is er De Spiekbrief. Hier is de handleiding voor De Spiekbrief te downloaden.
De onderdelen van De Spiekbrief zijn hierna te vinden.
Zet voor alle leerlingen stoelen in een dichte kring en haal één stoel er tussenuit. Eén persoon gaat middenin de kring staan, de anderen zitten op hun stoel er om heen. De persoon in het midden zegt ‘Ik hou van….’ .
Bijvoorbeeld: ‘Ik hou van ijs’ alle anderen die ook van ijs houden moeten van plaats verwisselen. De persoon in het midden probeert op dat moment op een lege stoel te gaan zitten. Degene die nu geen zitplaats meer heeft moet naar het midden van de kring en zegt ook weer ‘Ik hou van…’
Maak kleine groepjes van 5 of 6 leerlingen. Bij elk groepje gaat een peer educator zitten. Bespreek met elkaar de vragen. De peer educator heeft de antwoorden op een blaadje staan. De antwoorden staan ook op hun kop in De Spiekbrief.
‘Hoe zit dat?’ is een middel om de leerlingen zelf aan het woord te laten komen. Het is geen doel op zich om alle vragen beantwoord te krijgen. Het kan handig zijn om steeds een vraag te laten kiezen door de leerlingen. Leerlingen zijn vaak erg geïnteresseerd in feitelijke informatie over homo- en biseksualiteit. De leerlingen willen graag geïnformeerd het gesprek aan kunnen gaan over LHBT+.
Deel De Spiekbrief uit aan de leerlingen. De oefening ‘Ik ben’ heeft als doel om de leerlingen na te laten denken over hoe zij zichzelf beschrijven. Elke beschrijving begint met ‘Ik ben…’ dat wordt aangevuld met een woord. (Bijvoorbeeld; ‘Ik ben grappig’ ‘Ik ben ADO fan’) Laat de leerlingen 5 dingen bedenken en opschrijven. Een voor een lezen de leerlingen voor wat ze hebben opgeschreven. Doe je het in groepjes laat dan iedereen voorlezen, doe je het met de hele klas vraag dan om vrijwilligers.
Als de leerlingen coming out verhalen hebben gehoord kunnen ze zich waarschijnlijk inleven in iemand die twijfelt over wel of niet lesbisch zijn. Deze oefening is bedoeld om leerlingen te laten nadenken over de situatie van leeftijdgenoten die bezig zijn met hun seksuele voorkeur. Laat de leerlingen voor zichzelf de brief lezen. Vraag aan de leerlingen hun mening over de brief. Bespreek met de leerlingen de oefening om een antwoord te schrijven aan het meisje. Hoe oud zou dit meisje zijn? Op welke leeftijd ben je ‘pas heel jong’ om te weten of je LHBT’er bent? Hoe oud waren zij zelf toen ze gingen nadenken over hun seksuele identiteit? Hoe kun je dit meisje nu helpen, want ze heeft er niet zo veel aan dat het andere meisje zegt ‘Daar kom je later nog wel achter
Presenteer en bespreek de genderbread person.
Geef aanwijzingen voor de groepsindeling bij het Lagerhuisdebat; zie het plaatje.
– De klas is verdeeld in drie groepen: vóór en tegen de stelling, en publiek,
– Eventueel als huiswerk argumenten voor of tegen de stelling laten voorbereiden,
– De peer educators en publiek zijn de jury die overtuigd moeten worden,
– De helft is tegen, de andere helft is vóór de stelling,
– Bespreek de regels van het debat op het plaatje in De Spiekbrief.